Bruine Rat Rattus norvegicus |
|
|
|
Data |
lengte: 180 - 250 mm staartlengte: 150 - 220 mm gewicht: 150 - 400 g |
|
Biotoop |
Bruine ratten houden van een biotoop met water in de buurt en veel schuilplaatsen. Ze leven niet alleen in gebouwen, maar ook op vuilstortplaatsen, in stadsriolen en langs oevers van allerlei wateren, in het bijzonder afvoerkanalen. |
|
Voedsel |
De bruine rat eet vrijwel alles en gedijt vooral in voedselopslagplaatsen en op vuilstortplaatsen. De bruine rat is een wijdverbreide cultuurvolger, die voedselvoorraden bederft en aan opgeslagen goederen knaagt. Doordat ze overal aan knagen vormen bruine ratten haarden van besmetting, ook van voor de mens gevaarlijke ziekten. |
|
Voortplanting |
De jongen worden naakten blind in een nest van los stro, lompen en dergelijke geboren. Een worp bestaat meestal uit circa 7 jongen, maar een groot wijfje kan er wel 11 krijgen. Onder gunstige omstandigheden kan een wijfje jaarlijks vijf worpen met in totaal 40-50 jongen grootbrengen. Elke draagtijd duurt 24 dagen. De jongen zijn na drie maanden eveneens in staat zich voort te planten. Gelukkig voor de mens worden vele jonge ratten door katten, uilen, vossen en andere roofdieren verdelgd. Jonge ratten komen na een week of drie naar buiten. |
|
Gedrag |
Bruine ratten leven in ondergrondse holen, waar platgetreden paadjes naartoe leiden. Het zijn vooral nachtdieren. Ze zijn zeer achterdochtig ten opzichte van vreemde voorwerpen. Soms duurt het dagen voordat ze van lokaas eten of in een val lopen. Het zijn uitstekende zwemmers en duikers. |
|
Kenmerken |
Een bruine rat heeft een ruige, grijsbruine pels, kleine, fijn behaarde oren en een dikke, geschubde staart, die altijd korter is dan het lichaam. De witte laboratoriumratten zijn een speciale kweekvorm van de bruine rat, die tam is, niet stinkt en ook niet bijt. |
|
Aantallen |
De bruine rat komt oorspronkelijk uit Oost-Azië en verspreidde zich via schepen en dergelijke over de gehele wereld. Door hun groot aanpassingsvermogen en snelle vermeerdering weten ze zich ondanks zware vervolging uitstekend te handhaven. De mens bestrijdt hen met speciale vergiften, die zorgen dat bun bloed niet meer stolt - er zijn echter al rattenstammen ontstaan die immuun zijn tegen dergelijke vergiften. |
|
|
|
|